Reflectie van eigen handelen in de praktijk
Mijn beweeggeschiedenis is begonnen als een leuke en avontuurlijke tijd in het stukje bos achter mijn oude huis, waar ik veel buiten speelde en met vrienden hutten bouwde. Dit laat zien hoe mijn liefde voor bewegen al van jongs af aan werd gevoed door vrijheid en plezier. De gymlessen in mijn jeugd, waarin ik klimmen, springen en balanceren leerde, heeft mij basisvaardigheden en het plezier in bewegen gegeven. Toen ik begon met schermen, ontwikkelde ik discipline en doorzettingsvermogen, wat nog steeds een belangrijke rol speelt in mijn sportbeleving. Mijn sportmoment, het winnen van mijn eerste gouden medaille bij een schermtoernooi, versterkte mijn motivatie en vertrouwen om door te gaan met trainen. Dit is een mooi voorbeeld van hoe passie en inzet samenkomen in succes.
In het beweegpracticum 1 kwam ik verschillende activiteiten tegen, van teamsporten zoals basketbal en trefbal tot individuele vaardigheden zoals jongleren. Deze activiteiten verschillen van mijn schermervaring door hun dynamiek en groepsgerichtheid, maar mijn inzet en motivatie bleven hoog. Dit toont aan dat ik mezelf kan aanpassen aan verschillende bewegingsvormen en contexten, wat belangrijk is voor mijn persoonlijke ontwikkeling.
Verschillen en overeenkomsten
-
Overeenkomsten: Overal komt mijn motivatie om actief bezig te zijn en te leren terug, evenals mijn doorzettingsvermogen en inzet. Of het nu gaat om schermen, hardlopen, of de diverse activiteiten in het practicum, ik ben betrokken en probeer het beste uit mezelf te halen.
-
Verschillen: Het niveau van plezier en uitdaging verschilde per activiteit. Zo vond ik sommige practicumspelen zoals padel of basketballen minder leuk vanwege mijn niveau of motivatie, terwijl ik meer intrinsiek gemotiveerd was bij schermen en hardlopen. Ook verschilde de groepsdynamiek; sommige sporten waren meer sociaal uitdagend, andere juist meer individueel gefocust.
Beweegmotieven en bijbehorend gedrag
Mijn belangrijkste beweegmotieven zijn het gezondheidsmotief (fit en weerbaar blijven), het prestatiemotief (beter worden, doelen bereiken) en in mindere mate het sociale motief. Dit sluit aan bij mijn gedrag: ik train regelmatig, stel doelen en blijf gemotiveerd, ook al is het in groepsactiviteiten soms lastiger om volledig sociaal mee te doen. Soms ben ik hierdoor wat gereserveerd in teamactiviteiten, maar mijn inzet blijft overeind.
Drie beweegactiviteiten uit het practicum die mijn kijk veranderden
-
Padel: Nog niet helemaal vertrouwd met de regels, vond ik padel relatief uitdagend en snel, wat me heeft doen inzien hoe belangrijk het is om continu te oefenen en geduld te hebben bij nieuwe sporten. Dit kan ik inzetten om beginners in sportactiviteiten te stimuleren door geduld te oefenen en progressie te waarderen.
-
3 vs 3 basketballen: laat zien dat samenwerken, communicatie en snel schakelen belangrijk zijn in de sport. Het gaat niet alleen om techniek en fitheid, maar ook om teamcoördinatie en tactisch inzicht.
-
Trefbal: Deze teamsport zorgde ervoor dat ik mijn sociale vaardigheden en samenwerking meer ben gaan waarderen. Het snelle spel leert me om alert te zijn en samen met anderen te communiceren, wat mijn kijk op sport als sociale activiteit heeft vergroot.
Aanbieden van beweegactiviteiten en mijn rol
De beweegactiviteit die ik moest aanbieden bestond uit het organiseren van een jongleer-show samen met mijn groepje. We verdeelden de taken onder elkaar: we bepaalden de volgorde van de acts en zorgden voor de muziek. Mijn specifieke taak was het regelen en bedienen van de geluidsinstallatie en de microfoon, zodat alle muziek en aankondigingen goed hoorbaar waren. Verder heb ik geen grote rol gehad in de beweegactiviteit.