De feedback die ik heb ontvangen van mijn mentor, mijn beste vriend Niek, en mijn vader, laat zien dat ik over het algemeen sterk beoordeeld word op verschillende competenties. Mijn mentor noemt dat ik een gedreven persoon ben, serieus en gemotiveerd om mijn opdrachten goed af te ronden, en hij moedigt me aan om meer voor mezelf op te komen en mijn stem te laten horen in de les. Hij benadrukt dat mijn scherpe vragen een positieve invloed kunnen hebben en dat ik hiermee anderen kan inspireren.

Mijn beste vriend Niek beschrijft mij als een sociaal en aardige jongen met een mooie toekomst en veel ambitie. Hij vindt dat ik meer zou moeten hardlopen, terwijl hij me ook suggereert om minder koffie te drinken. Zijn scores laten zien dat ik sterk ben in betrokkenheid, zelfregulatie en verantwoordelijkheid, maar dat ik nog kan groeien in samenwerkingsvaardigheden en het aangeven van grenzen.

Mijn vader omschrijft me als betrokken en sociaal, zonder specifieke verbeterpunten, maar hij waardeert mijn karakter en gedrag. Zijn scores op de competenties liggen meestal rond de 7 tot 9, wat een algemeen positief beeld geeft, maar ook ruimte voor groei in bijvoorbeeld het aangeven van grenzen en het tonen van meer initiatief.

Wat ik uit deze feedback haal, is dat ik mijn sterke punten helder heb en dat de context belangrijk is; mijn mentor kijkt naar mijn ontwikkeling in de formele omgeving, school en opleiding, terwijl mijn beste vriend en vader mijn gedrag ook in meer informele en persoonlijke situaties zien.